Tremolo
Een tremolocircuit is een amplitudemodulator die kleine verschillen in het volume van het
signaal produceert. De amplitude wordt geregeld met een knop die meestal is aangeduid met
'depth' of 'intensity'. Je kunt een geluid krijgen dat varieert van een vloeiende golfbeweging
tot een korte echoachtige herhaling. De interval tussen de maximum pieken van de
geluidssterkte wordt geregeld met knoppen die worden aangeduid met 'speed', 'frequency' of
'rate' en de snelheid varieert ca. van 2 tot 8 cps.
Veel tremolo's zijn voorzien van een field-effecttransistor, beter bekend als FET. Ook zijn er
tremolo's die werken met behulp van een fotocel, lichtgevoelige weerstand (LDR).
Omdat het tremolo-effect veel lijkt op dat van een vibrato, worden ze nogal eens door elkaar
gehaald. Ook wordt vaak de zwengel op sommige gitaren, zoals op bijvoorbeeld de
Stratocaster, 'handtremolo' genoemd. Dit ding heet echter een 'vibratozwengel' of 'vibratoarm'.
Vibrato
Een vibrato circuit varieert de toonhoogte (niet het volume) van het signaal. Het aantal
effecten en de bediening zijn vrijwel identiek aan die van een tremolo. De intervallen kun je
langer maken door een extra weerstand voor de potmeter aan te brengen of de potmeter te
vervangen door een met grotere weerstand.
Nagalm
De mechanische nagalm maakt gebruik van twee veren waardoor het signaal wordt geleid.
Het elektrisch signaal wordt omgezet in een mechanische impuls die door de veer wordt
gestuurd en aan het eind van de veer weer wordt omgezet in een elektrisch signaal. De ene
veer veroorzaakt een vertraging van ongeveer 29 milliseconden en de andere 32 tot 38
milliseconden. Een gedeelte van het signaal wordt om de veren heen geleid en rechtstreeks
naar de versterker gestuurd. Dit directe signaal hoor je het eerst en de veren zorgen voor het
vertragingseffect. Een gedeelte van het signaal kan ook weer opnieuw door de veren worden
geleid, waardoor er een echo-effect ontstaat dat langzaam wegsterft.
Veren van een nagalm
Nagalm kun je voorstellen als een serie echogolven die zo vlug achter elkaar klinken dat de intervallen niet
hoorbaar zijn. De intensiteit wordt geregeld met de 'depth' knop waarmee je de balans tussen
het directe signaal en het signaal van de veren kunt regelen. In een lage stand doet het
nagalmeffect denken aan het geluid in een concertzaal. In de hoge stand zorgt de nagalm voor
een aanhoudend geluid, alsof het uit een lange tunnel komt. Zorg er voor dat een versterker
met naglamveren of een nagalmapparaat veilig staat opgesteld zodat er niet tegenaan
geschopt of geslagen kan worden! Je hoort dan een luide knal dat ontstaat doordat de veren
tegen elkaar klappen. De meest toegepaste nagalm apparaten zijn niet meer mechanisch maar volledig
elektronisch en kennen dit probleem niet meer.

Elektronisch nagalmapparaat
Wah-Wah
De wah-wah, een pedaal dat op de vloer staat, is in feite een soort toonregelaar die het geluid
van hoog naar laag en omgekeerd laat gaan. Je moet je spel wel aanpassen als je een wah-wah
gebruikt. De coördinatie tussen je handen en voeten moeten optimaal zijn, wil je het juiste
effect kunnen krijgen.
Voorbeelden van het gebruik van een wah-wah kun je horen in
'White Room' van Eric Clapton (Cream)
'Voodoo Chile' van Jimi Hendrix en
'Papa was a Rolling Stone' van the Temptations
In dit laatste voorbeeld wordt de gitaar bespeeld door Melvin M. Ragin,
misschien beter bekend als Wah Wah Watson.
De meeste wah-wah's zijn solide gebouwd en
gaan niet vlug stuk. De beste resultaten zul je krijgen als je het pedaal langzaam op en neer
beweegt, zodat het geluid geleidelijk van laag via midden naar hoog gaat, en omgekeerd.
Fuzz
Een fuzz of vervormer is een eenvoudig apparaatje waarmee je effecten krijgt variërend van
een overstuurde versterker tot een aanhoudend krakende zoemer. De vervormer veranderd het
signaal van een ronde sinus in een zaagtand sinus waardoor het geluid vervormd klinkt. De
elektronica zit in een metalen kastje dat tussen de gitaar en de versterker wordt opgenomen en
door middel van een voetschakelaar kan worden in- en uitgeschakeld. De vervormer heeft
meestal twee regelaars, één voor de volume en één voor de intensiteit van het effect. Deze
laatste regelaar wordt aangeduid met 'fuzz', 'distortion' of ander synoniem voor intensiteit. Er
bestaan echter ook vervormers met meer regelaars.
De intensiteit regelaar is het belangrijkste
onderdeel. Sommige vervormers hebben een slechte intensiteitregelaar, eigenlijk niet meer
dan dat je het effect aan en uit kunt zetten. Door de vervormer krijg je meer sustain maar er
zijn ook modellen waarbij je ook een vervormd staccato geluid in kunt stellen. Ook zijn er
modellen die voor sustain zonder vervorming zorgen. Een voordeel hiervan is dat iedere toon
goed hoorbaar blijft. Bekende merken van vervormers zijn, Foxx, Boss, Electro-harmonix,
MXR, Vox, Ampeg, Ibanez, Fender, Maestro en Kent. Maar er zijn er nog veel meer.
Veel gitaristen houden van een versterker die voluit staat om zo een natuurlijke vervorming te
creëren. Een niet aan te raden methode omdat de eindtrap van de versterker en de luidsprekers
overbelast raken en hierdoor ernstig beschadigd of zelfs opgeblazen kunnen worden.
Echo
Het aanbod aan echo's, een unit die geluiden als een echoput herhaalt, is enorm. Een oud
type maar nog vaak gebruikt, werkt met een oneindige tape, een opnamekop en een
weergavekop. (Band echo) De eerste kop ontvangt het signaal en neemt het op, de tweede
geeft het signaal weer en de eerste neemt datzelfde signaal weer op zodat er een echo ontstaat.
Extra weergavekoppen zorgen voor uitgebreidere mogelijkheden. De vertraging kan worden
aangepast door de afstand tussen de koppen te veranderen. Als de afstand klein is, en de
interval van de vertraging dus ook, zal er een nagalmeffect ontstaan. Ook is het mogelijk de
bandsnelheid te regelen om nog andere effecten te doen ontstaan. Een bandecho vergt veel
onderhoud, zo moeten de koppen regelmatig schoon gemaakt worden en zal de eindeloze tape
ook vervangen moeten worden als het geluid slechter van kwaliteit wordt door het slijten er
van. Bekende merken van dit type echo apparaat zijn Dynacord en Roland.
Roland band-echo (RE-201)
Er zijn ook elektrostatische units die zonder tape werken maar voorzien zijn van een
magnetische schijf of ronde bus, waarop zes koppen zijn aangebracht. De mogelijkheden zijn
zeer uitgebreid en deze apparaten zijn ook uiterst betrouwbaar. Maar verreweg de meest
toegepaste echo apparaten werken geheel elektronisch zonder bewegende delen en kunnen
met behulp van de digitale techniek spectaculaire effecten creëren. Zo kun je bijvoorbeeld
extra tonen toevoegen die afwijken van de originele.
Compressor
Een gitaar heeft een groot dynamisch spectrum, dat varieert van uiterst zachte tonen tot en
met hard aangeslagen akkoorden, wat een probleem kan opleveren voor de versterker. Als
een versterker zo staat afgesteld dat zachte tonen goed worden versterkt, kan het zijn dat de
harde tonen gaan vervormen. Andersom zullen zachte tonen amper hoorbaar zijn als je hem
zo instelt dat harde tonen goed doorkomen. Dit levert vooral problemen op bij opnamen,
omdat de recorder zijn eigenbeperkingen heeft ten aanzien van het dynamiek.
Een compressor vlakt hoge geluidspieken af en haalt diepe geluidsdalen op, waardoor er geen
extreme outputverschillen meer zijn. Als de compressor een harde, scherpe toon ontvangt
vlakt hij de piek af en zorgt dan dat de versterking langzamerhand toeneemt, zodat de toon
niet wegsterft maar langer doorklinkt. Bij een goede afstelling zorgt dit proces voor meer
sustain zonder, of met weinig, vervorming. De compressor zorgt voor een constanter signaal,
waar de scherpe kantje vanaf gehaald zijn. Hierdoor is over het algemeen een harder signaal
mogelijk, waardoor ook de subtielere dingen die anders verloren zouden gaan hoorbaar zijn.
Om niet te veel ruis te krijgen, moet je de compressor goed afstellen.
Toonbooster
Deze apparaten accentueren bepaalde frequenties. Er zijn dan ook diverse soorten:
basboosters, trebbleboosters en combinaties van hoge en lage frequentieboosters. Een booster
versterkt óf tonen in een bepaald, smal frequentiegebied óf de tonen van alle frequenties
boven of onder een bepaald punt. De eerste zorgen dus voor één plek in de frequentiecurve,
terwijl de tweede vanaf dat bepaalde punt voor een hoge streep zal zorgen.
Talk Box
Een Talk Box, ook wel Voice Box genoemd, is een kastje, dat op de vloer gezet dient te worden. Er zijn een klein
versterkertje en een luidsprekertje in aangebracht. De gitaar wordt op het kastje aangesloten en vervolgens
doorgelust naar de gitaarversterker.
In plaats van een conus is het luidsprekertje met een plastic slang verbonden.
Meestal wordt als luidspreker een horn driver gebruikt waar de slang op kan worden vastgeschroefd.
Het andere einde van deze slang moet je in je mond houden, bijvoorbeeld tussen de tanden klemmen. Je mond fungeert
nu als het ware als luidsprekerkast die het geluid van de gitaar zal beïnvloeden als je woorden vormt.
Het uiteinde van de slang moet dicht bij, of aan een microfoon geplaatst worden. (Zangmicrofoon)

Peter Frampton was één van de eerste gitaristen die gebruik maakte van de talkbox.
(Show me the way)
Envelope Modifiers
Envelope slaat op de horizontale omtrek van een toon, wat wil zeggen de attack, sustain en
decay. Door de synthesizertechnologie heeft men externe envelope modifiers kunnen
ontwikkelen, die diverse elementen aan het effectenbestand hebben toegevoegd. Het meest
gebruikte effect is de elektronische wah-wah. Hierbij wordt het gitaarsignaal omgezet in een
overeenkomstige spanning die een filter activeert. De intensiteit waarmee wordt aangeslagen
bepaalt ook de intensiteit van het filteren, waarbij het effect afneemt als het geluid wegsterft.
Het gitaargeluid wordt omgezet in wah's, wow's, bow's, kwaks en tsjilpgeluiden. Populaire
envelope modifiers zijn de Funk Machine van Seamoon en de Mutron 111 die onder andere
door Stevie Wonder worden gebruikt.
Noise Gates
Bijgeluiden kunnen overal door veroorzaakt worden, door versterkers, instrumenten, snoeren,
effectapparatuur enz. Een noise gate werkt evenals een compressor als een soort nauwe doorgang,
maar knijpt de signalen boven een bepaald vooraf ingesteld niveau niet af, maar
zorgt er juist voor dat signalen onder een bepaald niveau niet doorkomen. Dat houdt in dat
zelfs de zachtste tonen harder doorkomen dan de ongewenste bijgeluiden. Je stelt de regelaar
waarmee je de drempel bepaalt zo in dat de zachtste tonen er langs kunnen, maar dat alle
signalen die onder die drempel zitten worden geweerd. Je moet de drempel exact instellen.
Als hij te hoog ligt zul je toch last hebben van bijgeluiden en als hij te laag ligt zal het de
zachte passages niet doorlaten.
Voorversterkers
Als een versterker een zacht gitaarsignaal moet versterken, zal hij tevens bijgeluiden
versterken. Een externe voorversterker kan het signaal oppeppen voordat het de versterker
bereikt, waardoor dit probleem grotendeels is opgelost. Een voorversterker kan ook
gebruikt worden om een versterker te oversturen. Aangezien de voorversterker dan voor
vervorming zorgt vergelijkt men hem vaak met een fuzz of vervormer. Het is echter zo
dat een fuzz zélf vervorming produceert, terwijl de voorversterker voor een zuiver signaal
zorgt dat, mits het hoog genoeg is, de versterker laat vervormen. Als je een vervormer
zoekt, probeer dan ook een externe voorversterker. Sommige fabrikanten installeren
voorversterkers in gitaren om meer toonmogelijkheden te krijgen.
Leslies, Phasers en Flangers
Het pulserende vibrato van de Leslie is een voorbeeld van het
Dopplereffect. Een
verschijnsel bij het voortplanten van geluidsgolven waardoor een toon hoger lijkt
wanneer een geluidsbron en de waarnemer elkaar naderen en lager wanneer de
afstand tussen beiden groter wordt. Een voorbeeld is het naderen en voorbij rijden
van een toeterende auto. Het hoger en lager worden van de toon ontstaat doordat de
afstand die de geluidsgolven moeten afleggen steeds verandert.
De Leslieluidspreker roteert in een kast; de toon lijkt het hoogst wanneer de luidspreker
naar voren staat in de richting van de luisteraar omdat de geluidsgolven dan de kortste
afstand moeten afleggen. De toon lijkt lager wanneer de luidspreker naar achteren is
gericht, van de luisteraar af. Doordat de luidspreker ronddraait zweeft de toonhoogte
tussen de twee uitersten waardoor er een soort faseverschuiving ontstaat. Een toon
bestaat uit een complexe structuur van harmonischen. Aangezien deze afwijkend van
golflengte zijn is het Dopplereffect complex en wordt aan het geluid een extra
dimensie toegevoegd.
De term fase wordt gebruikt om de synchronisatie van geluidsgolven en elektrische
signalen te meten en weer te geven. De pieken van twee golven die in fase staan, gaan
gelijk op, welke combinatie het totale signaal versterkt. Als twee golven daarentegen
perfect uit fase staan, dat is het moment dat de ene op zijn piek is en de andere op zijn
diepst. In dit geval staan de golven maximaal (180°) uit fase en zal ieder positief
golfdeeltje boven de centrale lijn volledig worden geëlimineerd door een zelfde negatief
golfdeeltje onder de lijn. Ze heffen elkaar dus op, waarvan het resultaat is: geen geluid.
Tussen deze twee extremen liggen vele natuurlijke faseverschillen, die alle zorgen voor
specifieke patronen doordat ze bepaalde deeltjes elimineren en andere versterken.
Deze patronen worden vaak in een grafiek vastgelegd waarbij de grafiek op een kam
lijkt als de elkaar ondersteunende pieken erg puntig zijn en dicht tegen elkaar liggen.
Een filter die zo'n effect bewerkstelligt wordt dan ook een comb filter (kamfilter) genoemd.
De Leslie is vooral bekend geworden in combinatie met het Hammond orgel maar ook voor de
gitaar geeft het een fantastisch effect.
Phaser
De phaser werd oorspronkelijk ontworpen om het
Dopplereffect van de Leslie elektronisch
na te bootsen, maar tegenwoordig wordt het apparaat gebruikt om zijn eigen specifieke
geluid, dat enigszins lijkt op het ruisen van de wind of opstijgen van een straaljager. In een
phaser zijn zogenaamde voltage-controlled filters aangebracht die de fase van binnenkomende
signalen wijzigen. Door de diverse faseverhoudingen te mixen elimineren sommige golven
elkaar, terwijl andere elkaar ondersteunen of versterken. Elk paar filters neemt een gedeelte
van de taak op zich. Hoe meer filters er in een phaser zitten, des te dieper zal het effect zijn.
Een oscillator golft op en neer over de bandbreedte en verplaatst het eliminatiepunt. Dit
veroorzaakt het geluid als van een felle wind. De snelheid van deze golfbeweging, ook
wel 'sweep' genoemd, wordt geregeld met een potmeter die meestal wordt aangeduid met
'speed', maar het kan ook gebeuren met enkele presetschakelaars of met een pedaal. Bij
sommige units wordt een gedeelte van het signaal opnieuw door de phaser geleid. Door deze
feedback ontstaat er geluid met een nog complexere harmonische structuur dat het
phasing-effect nog eens extra accentueert.
Flanger
Flanging dankt zijn naam aan een techniek die men aan het einde van de jaren vijftig voor het
eerst in de studio hanteerde. Men gebruikte twee taperecorders met daarop dezelfde opname
en liet ze synchroon afspelen. Men drukte met de duim tegen de rand (flange) van de spoel
waarop de band zit, waardoor de ene recorder niet meer helemaal synchroon liep met de
tweede recorder en er een faseverschuiving optrad. Een elektronische flanger is voorzien van
een analog delay line (analoog vertragingssysteem) om deze faseverschuiving te creëren.
Flanging lijkt meer op het bekende studio-phasing dan het geluid van een phaser. Het effect is
ook constanter zodat je de sustain behoudt. Hoe complexer het signaal, des te intensiever het
flanging-effect.
Ringmodulator
De ringmodulator is één van de complexere effectapparaten, die carillonachtige harmonische
tonen produceert waarvan de intensiteit regelbaar is. Als je een 'lick' op je gitaar speelt,
kunnen de boventonen in dezelfde of in tegenovergestelde richting lopen. Je kunt het apparaat
zo instellen dat je alleen de grondtoon of alleen synthesized boventoon hoort, waar tussenin
talloze natuurlijke variaties zijn. De ringmodulator creëert spacy, onsamenhangende geluiden
waarmee het soms moeilijk spelen is.
Consoles
Sinds de populariteit van de elektronische muziek zijn er diverse compacte synthesizerunits
voor gitaristen op de markt gekomen. Een van de eersten was HiFli van EMS.
Met deze unit, die voorzien is van twee pedalen, zijn allerlei effecten te produceren: fuzz, sustain, phase,
frequentiemodulatie, wah-wah, vibrato etc.
Andere veelzijdige units zijn de G-2 Guitar System
van Maestro en de Mode Synthesizer van BCM. Maar ook de andere gerenommeerde merken
van effectapparatuur hebben hun eigen console systemen.
Theremin
Eigenlijk hoort dit instrument niet in het rijtje van effectapparatuur voor de gitaar thuis, maar
het is wel de moeite waard om het even te beschrijven omdat het zo'n apart geval is.
De Theremin is een elektronische oscillator/muziekinstrument dat is genoemd naar zijn uitvinder,
de Russische professor en musicus Leon Thermin. Het instrument is ontwikkeld in 1920 en bestaat
uit twee elektrisch geladen staven die zijn verbonden aan een hoogfrequent circuit. Het wordt bespeeld
door de handen boven de staven te bewegen, waarbij de ene staaf de toonhoogte regelt en de andere
het volume. De handen raken de staven niet aan, maar het maakt gebruik van de elektrische geladenheid
van het menselijk lichaam.
De Theremin produceert een zoetgevooisd hoog geluid, waarmee je houten
blaasinstrumenten, violen en zelfs de menselijke stem kunt nabootsen.
Een mooi voorbeeld van de
mogelijkheden van het instrument is te horen aan het einde van
'Good Vibrations' van the Beach Boys
Ook werd het instrument in films gebruikt, met name horror en thrillers. In Spellbound een film van
Alfred Hitchcock uit 1947, werd voor het eerst gebruik gemaakt van de Theremin.
Leon Theremin tijdens een demonstratie van het instrument in New York in 1927
Gizmotron
De Gizmotron is ontworpen door de ex-Ten CC leden Lol Creme en Kevin Godley.
Het apparaat kan in principe op de kam van iedere gitaar gemonteerd worden. In het apparaat
zitten zes wieltjes (of vier, voor de basgitaar bestaat er een speciale versie), voor iedere snaar één,
die de snaar kunnen aanstrijken, waardoor een celloachtig geluid ontstaat.
Het aantal wieltjes dat wordt geactiveerd is afhankelijk van het aantal knopjes boven op de Gizmotron dat
wordt ingedrukt. Het blijft mogelijk om de snaren met een plectrum aan te slaan. Voorbeelden van de
mogelijkheden van de Gizmotron zijn te horen op 'I'm not in love' van Ten CC en de CD's
'Consequences' en 'L' van Godley and Creme.
Gizmotron
Gizmotron voor basgitaar
Gizmotron op basgitaar
Octave Dividers en Octave Multipliers
De octave divider of splitter voegt een toon toe die één of twee octaven lager is dan de toon
die je speelt. Hierdoor hoort het alsof er een bassist en gitarist tegelijkertijd hetzelfde spelen.
Veel gitaristen hebben echter het probleem om de units constant te laten functioneren, ze
worden soms bijvoorbeeld geactiveerd door een boventoon in plaats van de grondtoon en
soms klinkt de toegevoegde toon vervormd. Sommige units zijn erg gevoelig en reageren op
de kleinste aanslagverschillen. Het is ook mogelijk dat het octaafcircuit in de war raakt als
je akkoorden speelt. Het gevolg is dan een brij van een geluid waarin niets meer van elkaar
te onderscheiden valt. Dividers reageren beter op constante signalen zoals van een sax of
trompet. Ondanks de minpunten kun je met de divider een grappig effect krijgen dat redelijk
helder klinkt. Octave multipliers zijn speciale vervormingunits die een toon toevoegen
welke één octaaf hoger ligt dan de originele.
Koppelen van Effectapparaten
Er zijn verschillende mogelijkheden om effectapparaten aan elkaar te koppelen, maar iedere
verbinding heeft zijn voor- en nadelen. Om het output niveau te verhogen zonder al te veel
bijgeluiden moet eerst de voorversterker en dan de compressor in de 'keten' worden
aangesloten. Een fuzz of ringmodulator kunnen daarop volgen, maar het is aan te raden ze
niet achter elkaar te koppelen maar naast elkaar, zodat je kunt kiezen voor de één of de ander.
Op deze manier vermijd je een extra schakel in de keten, wat belangrijker is dan het nominale
voordeel om deze twee effectapparaten (die beide het signaal 'verminken') gelijktijdig te
gebruiken. Daarna de envelope modifier en wah-wah, of naast elkaar. Het signaal blijft dan
sterker. Onthoud dat de envelope modifier anders zal reageren als je de fuzz of compressor
inschakelt. Een phaser kun je altijd het beste aan het eind van de keten plaatsen omdat hij
harmonische complexe inputsignalen het best verwerkt. Als laatste komen de echo en volumepedaal.
Als het pedaal achter de echo zit, kun je als de toon is verdwenen de echo
aanhouden. En als je ze andersom geschakeld hebt, kun je het pedaal gebruiken om het
echoniveau en het totale signaal te regelen. Het is zeker aan te bevelen om een volumepedaal
te gebruiken zodat je de niveauverschillen, die ontstaan als je bepaalde effecten achter elkaar
gebruikt, kunt compenseren.
Gitaarsynthesizer
De allereerste elektronische componenten voor de gitaar hadden diverse nadelen, zoals het feit
dat de apparaten niet altijd optimaal functioneerden op het grillige gitaar signaal.
Dynamiek verschillen kwamen ook niet over, waardoor een belangrijk deel van het gitaarspel
verloren ging. Tegenwoordig zijn er systemen die een gitarist alle mogelijkheden van de
synthesizer geven, zonder dat het wezen van de gitaar wordt aangetast. Er zijn gitaren met
speciale circuits, interface units en complete systemen. Synthesizerunits zijn in het algemeen
bedoeld voor solo of voor single string werk en niet voor het begeleiden van akkoorden. De
polyfone units verwerken akkoorden goed, maar de monofone raken in de war wat tot gevolg
kan hebben dat de harmonische structuur van het akkoord verloren gaat, of dat alleen de
laatste toon wordt weergegeven. Als je de tonen van een akkoord echter één voor één aanslaat
(arpeggio techniek) reageert het circuit echter wel adequaat.
Een interface unit is geen
synthesizer, maar een schakel tussen de gitaar en de unit, die de grillige impulsen van een
gitaar omzet in signalen die geschikt zijn voor de synthesizerunit. Het analoge signaal van
de gitaar wordt dus door de interface omgezet in digitale (binaire) code. Een voorbeeld is de
solidstate Slavedriver van Bob Easton's 360 Systems, die bestaat uit een zes
kanaals element,
een kastje en een verbindingskabel. In het kastje bevindt zich onder andere een
pitch-to-voltage converter, die een toonhoogte omzet in een corresponderende voltage, en een
envelope follower (loudness-to-voltage converter). Het overzichtelijke frontpaneel bevat
onder andere een octaaf selector en een interval preset. De toonhoogte van de interval wordt
op de Slavedriver ingesteld en het geluid en effect op de synthesizerunit.
Walter Sear bouwde
ooit eens een polyfone gitaarsynthesizer die bestaat uit een solid-body 'Dan Armstrong'
gitaar van plexiglas, een element met zes segmenten en een synthesizerunit. Een groot voordeel
van de polyfone unit is, dat je het effect voor iedere snaar apart kunt instellen,
waardoor je fantastische harmonische structuren kunt maken.

Walter Sear met zijn guitarsynthesiSEAR
ARP Instruments is al jaren een vernieuwer op het gebied van elektronische instrumenten.
Hun schitterend ontworpen Avatar gitaarsynthesizer-unit uit 1977 biedt een vrijwel onbeperkt aantal
verschillende effecten. Het zes kanaalselement is verbonden met een voorversterker, waarvan
de gevoeligheid voor iedere snaar apart instelbaar is. De unit is te vergelijken met de
populaire ARP Odyssey en is voorzien van het noodzakelijke aantal VCO's (Voltage Controlled Oscillators),
VCF's (Voltage Controlled Filters), envelope modifiers en andere
synthesizercomponenten. Alle gitaartechnieken komen ten volle tot hun recht bij dit ontwerp.
Onder andere Pete Townshend maakte van deze unit ook gebruik.
Er is ook een systeem waarbij men de elektronica in de hals van de gitaar bouwde en dat
wordt geactiveerd door middel van het contact tussen snaren en frets. De Patch 2000 van
Hagström maakt gebruik van dit systeem. Er is zowel een unit voor basgitaar als gitaar.