Clarence Leonidas (Leo) Fender werd geboren op 10 augustus 1909 in Anaheim,
Californië.
Leo Fender is de waarschijnlijk meest invloedrijke
producent/ontwerper in de geschiedenis van de elektrische gitaar.
Als getalenteerd elektro-technicus en gedreven onderzoeker heeft hij een
heldere kijk op de manier waarop bepaalde zaken functioneren. Hij schat
zelf dat hij 50 à 75 patenten op zijn naam heeft staan.
Tussen 1930 en 1947 had Leo een kleine winkel voor radioreparaties
en hij leverde op bestelling versterkers en PA's aan muzikanten. De meeste van zijn klanten
waren steelgitaristen, die vaak over defecten aan bestaande pickups
klaagden. Leo had al verbeteringen aangebracht op bijvoorbeeld automatische platenwisselaars
en nu besloot hij zich in te zetten om betere
pickups en versterkers te ontwerpen.
Al gauw ging hij steelgitaren bouwen en omstreeks 1944 begon hij te
experimenteren met een elektrische, Spaanse solid-body gitaar.
Hij gebruikte hiervoor de pickup van zijn steelgitaar. Dit prototype werd
verhuurd aan country & western-bands, waarvan de musici Leo aanspoorden
om het instrument verder te ontwikkelen en in productie te nemen.
Leo richtte samen met Doc Kauffman, een ex-werknemer van Adolf
Rickenbacker (die de gelijknamige gitaarfirma bezat), de firma
K.& F. op. K. & F. maakte steelgitaren en diverse versterkers.
Enkele bekende versterkers door Fender geproduceerd zijn, Champ, Blackface Princeton en
Vibrolux Reverb.
Kauffman
verliet het bedrijf in 1944 en daarna werd Fender Electric Instruments Co.
opgericht, die bestond uit Leo en zes assistenten. De verkoop was in handen
van Pacific Music Supply, Francis Hall en diverse landelijke organisaties
die zich bezighielden met het geven van steelgitaarlessen.
Leo had inmiddels vijftien mensen in dienst. De firma verhuisde al gauw
naar een fabriek van 1200m², die in 1949 alweer werd uitgebreid tot 1800m².
In 1953 ging men over naar een fabriek van een kleine 7000m². Leo zette ook
een eigen distributieorganisatie op, Fender Sales Inc. die onder leiding
kwam te staan van Donald D. Randall, nu eigenaar van Randall instruments
Inc. In 1955 waren er 55 werknemers in dienst, een aantal dat in vijf jaar
uitgroeide tot ruim het dubbele.
In 1959 kwamen er nieuwe gebouwen bij, terwijl er in 1960 2000m² extra vloeroppervlak bij werd gepacht.
Omdat Leo Fender de eerste was die acoustische- en
elektrischegitaren aan de lopendeband produceerde, werd hij
gekscherend ook wel de "Henry Ford van de gitaar" genoemd
Aanvankelijk was Leo Fender hoofd-technicus, administrateur en enig eigenaar
van de hele handel. Twee van zijn assistenten, Freddie Tavares en George Fullerton waren niet
alleen bekwame technici en muzikanten maar hebben ook een belangrijke bijdrage geleverd aan
Fenders wereldomvattende populariteit.
Ook niet te vergeten mucici als Rex Gallion en Bill Carson die een niet onbelangrijk deel aan de ontwikkeling
hebben bijgedragen.
Fender is uitgegroeid tot één van de twee firma's (de andere is Gibson) die de toon aangeven op de
wereldmarkt van professionele, elektrische gitaren.
De Telecaster
In 1948 ontwierp Leo een instrument dat het gezicht van de muziek pas goed zou
veranderen. Dit werkpaard is één van de populairste elektrische gitaren.
Hoewel de gitaar relatief goedkoop is, gaat zij lang mee, en het felle, snerpende geluid is uiterst
herkenbaar. De Telecaster is vooral populair bij country- en rockmuzikanten,
maar zelfs jazz-gitaristen hebben er voor rock-sessies in de studio één in de
kast staan.
Het eerste model van 1948 noemde hij Esquire en had maar 1 pickup.
Een verbeterde versie nu met 2 pickups bouwde hij een jaar later, en noemde het Broadcaster.
De Telecaster, die oorspronkelijk dus Broadcaster heette, werd in 1949 geïntroduceerd.
De naamswijziging had te maken met het feit dat de firma Gretsch een drumstel had met de naam Broadkaster.
Een tijdlang werd de gitaar zonder naam uitgebracht, alleen de naam Fender volstond. Deze gitaren worden
nu 'no-casters' genoemd en zijn bij verzamelaars zeer gewild.
In 2003 is Gretsch overgenomen door Fender en kwam de naam 'Broadcaster' op een speciale serie Telecasters terug.
De body was uit essenhout gemaakt, terwijl de afneembare hals uit één stuk
hard esdoornhout bestond. De eerste Broadcasters hadden geen spanbalk en
zijn te herkennen aan het feit dat ze geen langwerpige donkere strook aan de
achterkant van de hals hebben. Deze donkere strook hout wordt gebruikt om
de diepe gleuf op te vullen, nadat de ijzeren pin in de hals is gemonteerd.
Fred Gretch had de naam Broadcaster al gebruikt voor één van zijn drumstellen.
Hoewel Leo Fender vrij zeker wist dat hij bij een eventueel conflict
de naam zeker zou kunnen hanteren, veranderde hij hem in Telecaster,
mede in verband met de beginnende populariteit van de televisie.
Indertijd kostten de eerste Telecasters circa $189,00.
Ze waren identiek aan de Broadcaster en werden vooral gebruikt door country & western-gitaristen.
Het geluid kon worden geregeld via een drie-standenschakelaar, waarmee je
het 'solo pickup' bij de kam (voorste stand), het bas pickup (middelste
stand), of het zelfde bas pickup via een condensator (achterste stand) kon
inschakelen. Deze laatste stand zorgde voor een dreunend geluid, dat
geschikt was voor het spelen van baspartijen. Als men van de ene stand naar
de andere schakelde, veranderde ook het volume, waardoor het soms
noodzakelijk was om dit via de volumeknop aan te passen.
Na de uitvinding van de basgitaar werd het lage dreunende geluid overbodig.
Een nadeel was dat men de twee pickups niet kon combineren op de oude
modellen; en daarom zijn er in het midden van de jaren vijftig veranderingen
aangebracht, die moesten zorgen voor een grotere keuze aan instellingen: het
schelle solo pickup alleen, beide pickups en het bas pickup. Na een paar
jaar werd de geelkoperen kam vervangen door een verchroomd-stalen en aan
het einde van de jaren zestig werd de weerstand van de potmeters veranderd
van 250 Kilo ohm in 1 Mega ohm.
In het begin van 1955 werden er diverse veranderingen aangebracht:
de zwart bakelieten slagplaat uit één stuk werd vervangen door een witte van
plastic, de koepelvormige toon- en volumeknoppen werden afgeplat en de
transparante lak werd minder doorzichtig, waardoor de houtstructuur niet
meer te zien was. Op de gitaren van voor eind 1954 is het serienummer aan
de voorkant vlakbij het treble pickup te vinden, terwijl de halsbevestigingsplaat
blanco is; hierna heeft men het serienummer op de halsbevestigingsplaat geperst.
Fender begon met het aanbrengen van serienummers in 1950.
Meer informatie over Fender serienummers en datering van het bouwjaar.
Ook omstreeks 1954 verandert men de ovale slagplaat over
de pickup selector in de vierhoekige plaat die er nog steeds op aangebracht wordt.
Behalve de bekende standaard Telecaster bestaan er ook afwijkende
modellen, zoals: De Esquire, geïntroduceerd in 1954, een Telecaster zonder
bas pickup en na 1969 uit de productie genomen. De Thin Line uit midden
jaren zestig, met aan één kant hol en met één F-gat. In 1972 werden op de
Thin twee humbuckers gemonteerd. De Telecaster Custom uit maart 1970,
met een humbucker als bas pickup. De Rosewood Tele (1969, 1970, 1972).
En de Tele Deluxe uit 1973, een nieuwe gitaar met een afgeronde body, twee
humbuckers en nieuwe frets en hals, waardoor de snaren iets anders ten
opzichte van elkaar komen te liggen. De decoratieve afwerking met veer- en
bloemmotieven was alleen in 1969 leverbaar. Van 1959 tot 1969 werden de
Telecaster en de Esquire geleverd in een standaard-afwerking (custom-
finish), dat wil zeggen sunburst met een witte binding aan de randen.
Na 1969 refereert de term Telecaster Custom aan een nieuwe gitaar met
humbuckers.
Net als de meeste duurzame gitaarmodellen, kent de Tele variaties en speciale modellen die sinds begin jaren '50
zijn geproduceerd. De standaard no-nonsense Telecaster is echter grotendeels hetzelfde
gebleven, met twee single-coil pickups, een platte boddy van essenhout (later elzenhout) die het onmiskenbare
geluid bepalen.
De Stratocaster
De Stratocaster is ontwikkeld in het begin van de jaren '50
en werd geïntroduceerd in het voorjaar van 1954 en is uitgegroeid tot de meest populaire
én gekopieerde gitaar ter wereld. Onder rock-muzikanten is de Stratocaster
zeker één van de meest geliefde gitaren. Waarschijnlijk mede dank zij haar
moderne uiterlijk is het de enige gitaar met drie pickups, die op grote
schaal wordt verkocht. Door de handige tremolo die is
ontworpen door Leo Fender hemzelf, kent de Stratocaster in de hard-rock
haar weerga niet. Net als alle huidige Fenders, worden ook Stratocasterbodies
tegenwoordig van essenhout gemaakt.
Er waren in het begin drie personen die eigenlijk als grondleggers van de
'Strat' aangemerkt kunnen worden; Leo Fender, Freddie Tavares en Bill
Carson hebben een bijzondere bijdrage tot het gitaarontwerp bijgedragen.
Freddie Tavares en Leo waren in 1953 aan het ontwerpen geslagen en
hebben er aan gewerkt tot 1954, toen de eerste werden verkocht. Ze wilden
iets nieuws, iets bijzonders, iets dat men nog nooit had gezien op gitaargebied.
Ze hadden al vanaf het begin het idee om een gitaar met drie
pickups te bouwen. Uitgangspunt was om een goed klinkende en
bespeelbare gitaar te ontwerpen, voorzien van een tremolo-arm.
Dit laatste mede om de concurrentie met de firma Bigsby aan te kunnen.
Deze had reeds gitaren met tremolo op de markt gebracht die goed
verkocht werden.
Fender's eerste modellen van de Stratocaster, inclusief met tremolo, werden
verkocht voor $249,50. Door de aangepaste vorm van de body lag de gitaar
veel comfortabeler tegen het lichaam dan de bonkige Telecaster. Massieve
esdoornhouten halzen waren standaard tot 1959; in 1960 kwam er een
palissander toets op. In 1970 kon de klant op aanvraag weer esdoornhouten
halzen krijgen. De gitaren, die voor het midden van 1966 zijn uitgebracht,
hebben een iets smallere kop dan de huidige Stratocasters. Tavares ontwierp
de kop (een voorbeeld van zijn talent om praktisch nut met schoonheid te
combineren) waar alle Fenders, met uitzondering van de Telecaster, nu mee
zijn uitgerust.
Bouwtekening van de Stratocaster
De allereerste Stratocasters hadden een slagplaat van dik wit plastic, uit
één stuk, maar vanaf 1959 zijn alle Stratocasters voorzien van een gelamineerde
wit/zwart/wit slagplaat. In 1959 waren er ook enkele modellen
met een goud geanodiseerde slagplaat. Originele oude Strats hadden een
benen (botten) brug (tegenwoordig van ABS-plastic), terwijl de manier van
afwerking diverse malen is veranderd. Oude snarenhouders, die door
Fendertechnici inertia blocks werden genoemd, waren van staal gemaakt;
de huidige zijn van gietijzer.
De drie pickups van de Stratocaster kunnen afzonderlijk ingeschakeld
worden; dat de selector-schakelaar ook in tussen twee standen gezet kan
worden, waardoor twee pickups het geluid opvangen, is een prettige
bijkomstigheid dat niet bewust zo door Leo en Freddie is ontworpen.
Deze combinatie van twee pickups produceren een klank die doet denken
aan een uit-fase toon.
Vanaf 1972 zijn de Strato- en Telecasters voorzien van humbuckers
pickups met de minimale hoek-aanpassing. Hierdoor kun je de hoek van
de hals ten opzichte van de body bijstellen met een klein sleuteltje dat past
in een gaatje in de bevestigingsplaat aan de achterkant van de body.
Via een identieke constructie vlak boven de brug, kun je de hals ook
afzonderlijk bijstellen door de ijzeren pin aan te trekken of te ontspannen.
Talloze gitaristen, waaronder veel beroemde namen, maakten de Fender Stratocaster tot hun
dagelijks gereedschap. Daarmee vormden zij al een legende rondom dit instrument, lang
voordat er ook maar sprake was van een opvolger.
De allerbekendste Stratocaster bespeler is misschien wel duivelskunstenaar Jimi Hendrix
geweest. In zijn handen leek de Stratocaster soms een geheel eigen leven te leiden en
zelden zal iemand zo'n indrukwekkende reeks geluiden en effecten uit één instrument
getoverd hebben.
Hendrix bezorgde het paradepaardje van Fender misschien wel de grootste
roem door er in 1969 op Woodstock de bloedstollende versie van het
Amerikaanse volkslied op te spelen als protest tegen de oorlog in Vietnam.
Deze Stratocaster, de 'Olympic White' uit 1968 is in 1993 voor een miljoen
dollar verkocht en kwam later voor een onbekend bedrag, maar beslist hoger,
in handen van Microsoft miljardair Paul Allan. De duurste gitaar ooit?
Ook Hank Marvin mag niet worden vergeten. Hij bespeelde weliswaar ook gitaren van andere
makelij, waaronder instrumenten die zijn eigen naam droegen, maar het typerende Shadows-
geluid ontstond toch met behulp van de Stratocaster. Verder ook in dit rijtje van Strato
gitaristen; Ritchie Blackmore, Rory Galagher, Robin Trower, Eric Clapton, Mark Knopfler,
Robin Robinson, Bob Dylan en George Harrison. Zij zijn slechts enkele van de vele
grote en minder legendarische beroemdheden, die de Fender Stratocaster zijn unieke
positie in de wereld van de populaire muziek hebben bezorgd.
Vaak wordt de Stratocaster in één adem genoemd met de Gibson Les Paul, maar door het
totaal verschillende karakter kunnen die twee nauwelijks echte concurrenten van elkaar
zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is te horen in het nummer van Mike Oldfield,
Moonlight Shadow
waar de Strat en de LP in een duet zijn te beluisteren.
Het karakteristieke geluid en de tijdloze vormgeving maken de Stratocaster tot een
blijvende trendsetter en menig beginnende gitarist droomt ervan, ooit een echte
Stratocaster te kunnen bespelen.
De Stratocaster is bijzonder populair en wordt soms beter verkocht dan de
Telecaster. En dat, terwijl het ontwerp sinds zijn introductie in 1954 in principe nauwelijks
is gewijzigd.
Ook de jongere generaties gaan ermee aan de slag. Het is zo eenvoudig om
een pickup te vervangen of wijzigingen aan te brengen dat je de stratocaster
helemaal aan je eigen smaak kunt aanpassen.
Daarbij is het de meest geïmiteerde gitaar te wereld.
Speciale modellen zijn speciaal geprijsd: Aan de 'Strat 50th Anniversary Masterbuild'
hangt een prijskaartje van een kleine zesduizend euro. Het is een exacte replica van
de Stratocaster uit 1954.
Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Strat herbouwde de Custom Shop
van Fender tevens onder maar 'Number One', de Stratocaster van wijlen Stevie Ray Vaughan.

De 'Number One' van Steve Ray Vaughan
Fender heeft uiteraard ook andere solid-bodys in het assortiment.
In 1956 werden de Duo-Sonic en de Musicmaster geintroduceerd en
vernieuwd in 1964. De Duo-Sonic is na 1969 uit de productie genomen.
Eind 1957 werd de Jazzmaster aan de wereld getoond. De eerste modellen
hadden een kleine kop, een geanodiseerde aluminium slagplaat, zwarte
pickup-kappen en verchroomde cilindervormige knoppen. Het model dat
eind 1959 uitkwam, had ook een metalen slagplaat, maar witte knoppen en
witte pickup-kappen.
De Jazzmaster
Na de introductie van de Telecaster in 1950 en de Stratocaster in 1954
wilde Leo Fender in 1957 een nieuw model gitaar. Het werd de Jazzmaster,
een nog verder gerijpt en doordacht ontwerp. Hoewel het misschien vreemd
lijkt, is het geluid van de Jazzmaster niet heel veel verschillend van dat
van de Stratocaster.

Fender Jazzmaster
De Precision bass
Deze basgitaar veranderde het geluid van de populaire muziek!
Leo Fender onderkende de behoefte aan een instrument dat de moeilijk te
hanteren contrabas moest vervangen en ontwikkelde daarom de elektrische
bas, die hij Precision noemde.
In 1956 was er al een akoestische basgitaar ontwikkeld door het bedrijf Kay uit Chicago, maar is nooit in productie genomen.
Eind jaren '30 introduceerde Regal Musical Instrument Company uit Chicago, ook al wat je een bas'gitaar' zou kunnen noemen. De Bassoguitar.
Het instrument was een kruising tussen een platte akoestische gitaar en een contrabas en had een lengte van 1.80m.
Niet erg handig om over dwars als gitaar te bespelen.
De Precision kostte destijds $159,50. De voordelen
ten opzichte van het 'hondenhok', zoals Leo de contrabas noemde, vallen al
direct op. Zij is kleiner en klinkt harder. Ook gitaristen kunnen nu met
een mensuurlengte van 85cm overweg. Een ander groot voordeel is dat de
bassisten de tonen nauwkeuriger - vandaar de naam Precision Bass - kunnen
spelen, omdat het instrument is voorzien van frets. De populaire muziekindustrie
sprong er direct bovenop. Hoewel diverse fabrikanten identieke
basgitaren hadden, werd iedere elektrische basgitaar 'Fender bass' genoemd,
ook al was het een ander merk. De Precision bass is nog steeds veruit de
meest gebruikte basgitaar.
De eerste modellen die in 1959 op de markt kwamen zagen er vrijwel
hetzelfde uit als de latere Telecaster basgitaren. Enkele maanden nadat de
Stratocaster ten doop werd gehouden (1954), kreeg de body de vorm die
zij tegenwoordig nog heeft.
De Telecaster slagplaat, die het gehele bovenste gedeelte van de body
bedekte, bleef echter gehandhaafd, terwijl ook de kop nog van het type
Telecaster was. De knoppen waren in een apart metalen gedeelte ondergebracht.
In 1957 kreeg de kop de huidige vorm, verving het bekende
tweedelige pickup de oude enkelspoel en kwam de huidige slagplaat,
die ook om de knoppen komt, in de plaats van de oude. De slagplaat was
gemaakt van geanodiseerd aluminium, maar in 1960 ging men over op
plastic. Tot 1959 waren esdoornhouten halzen standaard en vanaf 1969
waren deze weer op bestelling leverbaar.
De Telecaster-basgitaar verscheen in 1968, en leek op de allereerste
Precision. In februari 1972 werd er een grote humbucker pickup opgezet
en werden er nog diverse veranderingen aangebracht.
Een variant op de Precision vormt het fretloze model uit 1970 dat
oorspronkelijk was bedoeld voor contrabassisten maar tegenwoordig ook
veel door basgitaristen wordt bespeeld. Het geluid is zoetgevooisder dan
dat van de basgitaar en feller dan dat van de contrabas. Het perfect intoneren
is op een fretloze bas nóg belangrijker dan op een gewone, omdat
niet de fret de snaar afbakent maar de vinger, zodat bij een minimale verschuiving
de toon al onzuiver wordt. Voordelen zijn dat je op het fretloze
model ook een kwart of nog kleinere afstanden kunt spelen. Ook is het
geluid beter te manipuleren met de vingers, omdat een directer contact
met de snaar bestaat.
De JazzBass verscheen in 1960 en had een body die op de Jazz-master leek,
nieuwe pickups en een smallere hals (ruim 3,5 cm). In 1966 kreeg zij een
gebonden hals en een toets met rechthoekige positietekens.

Fender Highway1 Jazzbass
Akoestische gitaren
In 1962 begon Fender het produceren van akoestische gitaren.
De Kingman, Concert, Shenandoah, Villager, Newporter, Malibu en
Palomino behoorden tot de eerste serie.
De Wildwood-serie had een achterkant en zijkanten van gekleurd hout met
warrelende jaarringen. Deze werden gebouwd van 1966 tot 1969.
Daarna volgden de semi-akoestische Coronado en Antigua.
Toen Leo Fender eind 1964 om gezondheidsredenen met werken moest stoppen,
besloot hij zijn fabriek te verkopen. Voor dertien miljoen dollar ging het bedrijf in 1965
over in handen van CBS, hetgeen onder de gitaristen erg veel rumoer veroorzaakte.
De aanduiding pré-CBS heeft voor velen de magische klank die doet veronderstellen, dat al
wat erna gebouwd is, eigenlijk geen echte Fender meer zou zijn. Die geruchten zijn natuurlijk
niet zomaar in de wereld gekomen en het is een feit dat de CBS Company vooral in het begin
enkele blunders beging.
Men stopte bijvoorbeeld met in was dompelen van de pickups. Oorspronkelijk werd dat gedaan
om ongewenste resonanties en rondzingen te voorkomen. Dat men er zomaar niet mee kon stoppen
bleek al spoedig uit de reeks klachten over het geluid van de gitaren. De eind zestiger jaren
geïntroduceerde transistorversterkers werden nooit een succes en verdwenen weer uit het
programma.
Tegenover dit alles dient wel te worden gesteld, dat de constante kwaliteit van
Fender tot Fender, na de overname sterk is verbeterd en wat we ook niet mogen vergeten is
dat door de inspanningen van CBS de Fender gitaren voor een veel groter publiek bereikbaar
zijn geworden. Wijzigingen aan de Stratocaster bijvoorbeeld waren er direct na de overname
nauwelijks. Sinds CBS wordt de F uit het Fender logo ingeslagen in de metalen plaat voor de
hals bevestiging.
Fender produceert niet alleen gitaren maar onder andere ook piano's en
mondharmonica's. In de jaren '60 introduceerde Leo Fender de Rhodes
piano. Dit instrument zou een geweldig impact hebben in de muziekwereld.

De Rhodes 73
Hoewel het oorspronkelijke ontwerp was bedoeld om de akoestische piano
bij rockconcerten te vervangen vanwege het zware gewicht waar men steeds
mee moest slepen, ging de Rhodes een geheel eigen leven leiden dankzij zijn
uniek geluid. Supertramp ontwikkelde een eigen en onmiskenbare stijl dank
zij dit instrument. Ook 10cc (I'm Not In Love) maakte wereldhits met de
Fender Rhodes als geluid bepalend instrument.
Leo's laatste onderneming
Nadat Leo zijn bedrijf in 1965 had verkocht aan CBS richtte hij in 1966 een nieuwe onderneming op, genaamd
CLF Research, waarmee hij tot in 1970 CBS met adviezen bleef ondersteunen.
Vanaf 1971 werkte Leo samen met Forrest White en Tom Walker, beiden oud medewerkers van Leo uit het Fender
tijdperk en oprichters van het bedrijf Music Man in 1971.
In 1976 kwamen de eerste door Leo en Forrest ontworpen modellen uit waaronder de StingRay Bass.
Eind de jaren zeventig stopte Leo met zijn CLF Research als adviesbureau voor CBS/Fender. Hij
ontwierp en produceerde nog een tijd originele Music Man-instrumenten maar verheugde zich op de lancering
voor een nieuw merk.
In 1980 was het zover, samen met George Fullerton (alweer een oud medewerker van het eerste uur) werd
het bedrijf en merk G&L opgericht.
George Fullerton en Leo Fender (G&L)
G&L-instrumenten zijn van hoge kwaliteit met geavanceerde functies afgeleid van zijn decennia aan ervaring en geliefd
bij muzikanten over de hele wereld.
In 1991 werd G&L overgenomen door het audiotechnologie bedrijf BBE Sound.
Nieuwe ontwikkelingen
De nieuwste ontwikkeling bij Fender is de surfgitaar. In samenwerking met
Intel brengt Fender een elektrische gitaar met ingebouwde draadloze internettoegang
op de markt.
De gitaar is gebaseerd op het Telecaster model, TELE v1.0.
In de body van deze gitaar is een computer geïntegreerd die gebruik maakt van de Intel Centrino Mobile technologie, met een
scherm op de achterkant.
Dankzij de ingebouwde software heb je direct toegang tot een groot scale aan geluiden.
Je kunt riffs van internet downloaden en vervolgens afspelen zonder ook maar een snaar
aan te raken.
Met de 'surfgitaar' kan men digitaal opnemen en opnames direct doorsturen naar bijv.
de opnamestudio of een andere 'surfgitaar'. Ook kan er op meerdere sporen worden opgenomen.
En natuurlijk kan er worden ge-emaild en zelfs een webcam ontbreekt niet op de gitaar.
Of dit nu ook echt een inovatie van de gitaar is of slechts een modern speeltje, de meningen
over deze nieuwe ontwikkeling lopen onder de gitaristen sterk uiteen. De meest creatieve geesten
onder hen zullen dit instrument waarschijnlijk ook links laten liggen.
Leo Fender stierf 21 maart, 1991 op 82 jarige leeftijd.
Maar de mythe, roem en het onmiskenbare geluid van zijn
gitaren zal eeuwig blijven voortleven.